4. Afwijkingen door grondpersoneel
De ISMS-partners hebben onderzocht waarom grondpersoneel op de platforms en dienstwegen zich niet altijd aan de regels en voorschriften houdt. Uit dit onderzoek blijkt dat meerdere factoren een rol spelen. Om dit te verbeteren, zijn inmiddels acties gedaan die we op korte termijn konden implementeren.
Zo is de belijning op enkele plekken aangepast, zijn voetgangersoversteekplaatsen verbeterd en is kapotte verlichting vervangen. Toezicht op de naleving van regels is geïntensiveerd en de doorlooptijd van sanctionering is verkort. Schipholregels zijn herzien zodat (veiligheids)regels op de luchthaven toegankelijker en begrijpelijker zijn geworden. De Basistraining Safety & Security is verbeterd met een verplichte jaarlijkse herhaaltraining.
Op een aantal kruispunten aan airside zijn zichtlijnen voor verkeer verbeterd. Samen met de grondafhandelaren worden gemeenschappelijke veiligheidscampagnes uitgevoerd. Evenals ‘joint walks’, een FOD-walk en ‘kijkje in de keuken’ sessies.
Deze maatregel bestaat uit meerdere onderliggende acties met eigen implementatiedata. Daarom is geen vermelding van de implementatiedatum en planning datum op de website.
7. Trajectory prediction
Onder de naam Single European Sky ATM Research (SESAR) verbetert de Europese Unie het gebruik van het Europese luchtruim. Als onderdeel hiervan onderzoeken Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en haar partners een verbetering van de planningssystemen zodat de voorspelbaarheid van vliegroutes toeneemt. Hiermee vermindert de kans op veiligheidsincidenten in de lucht.
9. Verbeterde toegang tot de Schiphol TMA
In het kader van de herziening van het Nederlandse luchtruim onderzoeken het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en andere partners vanaf 2023 verbeterde mogelijkheden om het luchtruim rond Schiphol in te vliegen. Dit wordt onderdeel van de ontwikkeling van het operationeel concept. Het vergroot de voorspelbaarheid van vliegroutes van naderende vliegtuigen en zorgt voor een gelijkmatigere verdeling van de verkeersbelasting. Hiermee vermindert de kans op veiligheidsincidenten in de lucht.
12. Follow the Greens
Schiphol en Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) onderzoeken de uitvoerbaarheid van een ‘Follow the Greens’ taxi system. Dit is een set van groene lampen in de taxibanen die piloten naar de juiste gate leiden. Daardoor hoeven verkeersvliegers geen kaarten te raadplegen. Bovendien vermindert de werklast voor grondverkeersleiders en ontlast het de intensief gebruikte frequentie waarop de grondverkeersleider contact heeft met de vliegers die taxiën. Dit verbetert de coördinatie op de luchthaven en vermindert de kans op veiligheidsincidenten op de grond en runway incursions.
15. Het vergroten van het aantal vliegtuigopstelplaatsen (door het bouwen van een nieuwe pier)
Schiphol bouwt een nieuwe pier met opstelplaatsen voor zowel widebody als narrowbody vliegtuigen. Aan de nieuwe gates is plek voor 3 widebody en 5 narrowbody vliegtuigen, of voor 11 narrowbody vliegtuigen. De A-pier ligt in het zuidwestelijke deel van de luchthaven, naast de Kaagbaan (06/24). De nieuwe pier vergroot de gatecapaciteit en ontlast de gateplanning. Daardoor neemt de druk op de grondoperatie af, waardoor de kans op veiligheidsincidenten op de grond vermindert. De oplevering van de pier is ook belangrijk om voldoende capaciteit te creëren die Schiphol de mogelijkheid biedt andere pieren te renoveren of te verbouwen.
16. Voltooiing dubbel rijbaanstelsel
Rond Schiphol-Centrum ligt een dubbele taxibaan, met uitzondering van taxibaan Quebec, die enkelbaans is. Schiphol en haar partners gaan deze taxibaan verdubbelen naar een tweebaansweg. De situatie wordt overzichtelijker voor de luchtverkeersleiding en vliegtuigen hoeven niet meer op elkaar te wachten. Dit vergroot de veiligheid. Op dit moment is het avioduct over de A4 gereed en in gebruik genomen.
22. Voertuigen en grondafhandelingsmaterieel delen
Schiphol en de grondafhandelaren onderzoeken de mogelijkheden voor afhandelmaatschappijen om grondvoertuigen en materialen te delen. Hiermee verminderen we het aantal bewegingen van dit soort voertuigen zoals trappen en bagagekarren en staat er minder materiaal geparkeerd op de platformen. Daardoor vermindert de kans op veiligheidsincidenten op de grond. Er is een pilot uitgevoerd met het delen van passagierstrappen, Powerstows en transportbanden op een aantal vliegtuigopstelplaatsen op de D-pier.
24. Sleepregie en grondverkeersleiding in dezelfde ruimte
Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en Schiphol onderzoeken hoe sleepregie met de grondverkeersleiding in de verkeerstoren kan samenwerken om de onderlinge communicatie en coördinatie te verbeteren. Hiermee verminderen we de kans op veiligheidsincidenten op de grond.
De LVNL gaat de taak van sleepregie uitvoeren, wat nu door Schiphol wordt gedaan. De implementatie is gepland vóór 2027.
27. Last-minute baancombinatiewisselingen en complexiteit door baancombinatiewisselingen
Baancombinatiewisselingen die op het laatste moment plaatsvinden, zorgen voor een verstoring van de verwachte vluchtafhandeling bij zowel piloten als luchtverkeersleiders. Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en Schiphol hebben maatregelen ontwikkeld waarmee zij het aantal last-minute baanwijzigingen en de bijbehorende risico’s verder verminderen en zo veiligheidsincidenten in de lucht en op de grond kunnen voorkomen. Zo veranderen we niet meer van landingsbaan als een vliegtuig al in het naderingsgebied van Schiphol is. En zetten we twee startbanen in wanneer dat nodig is voor een stabiele verkeersstroom. Ook zijn maatregelen ontwikkeld waarmee we meer voorspelbaar baangebruik en een meer voorspelbare verkeersstroom creëren. Hierbij worden verbeterde planningssystemen zoals Arrival Management en Collaborative Decision Making geïmplementeerd. Het percentage last-minute baancombinatiewisselingen wordt nauwgezet gemonitord. Het gezamenlijke Airport Operations Centre (APOC) is operationeel sinds juni 2021.
29. De Kaagbaan oversteken
Wanneer vliegtuigen van en naar het Sierra platform taxiën, steken zij de Kaagbaan (06/24) over. Om de risico’s van mogelijke runway incursions zo laag mogelijk te houden, hebben Schiphol en haar partners onderzocht hoe deze oversteek veiliger kan. Daarbij hebben we onder meer gekeken naar alternatieve taxiroutes van en naar het Sierra platform. Op basis van het onderzoek is besloten dat vliegtuigen gebruik gaan maken van een nieuw aan te leggen kruising ter hoogte van Sierra 1. Doordat niet langer overgestoken wordt op een ‘high energy point’ neemt het risico van runway incursions af.
41. Verbeteren van de voetgangersveiligheid
De ISMS-partners hebben gezamenlijk onderzoek gedaan naar een incident waarbij een werknemer bij het oversteken zeer ernstig gewond is geraakt bij een aanrijding met een Ambulift (zogeheten ‘Bulmor’) voertuig.
Op basis van de eerste onderzoeksresultaten is gestart met een bewustwordingscampagne voor het verbeteren van de voetgangersveiligheid aan Airside. Een tijdelijke Taskforce heeft veiligheidsmaatregelen gedefinieerd voor het verbeteren van voetgangersveiligheid aan Airside. Deze maatregelen bestaan uit veiligere looproutes, verbeteren van voetgangersinfrastructuur en gedrag, en meer handhaving.
42. Pushback support tool
Het pushback-proces vraagt om nauwe samenwerking tussen verschillende organisaties en operators, die elk hun eigen procedures volgen. Om pushback-chauffeurs te helpen de juiste pushback-procedure te volgen volgens de instructies van de Grondverkeersleiding, onderzoeken Schiphol en haar partners de ontwikkeling van een nieuw hulpmiddel genaamd de Pushback Support Tool. Dit hulpmiddel zal worden geïmplementeerd op een apparaat zoals een tablet, die in de cabine van de pushback-truck wordt geplaatst.
Het belangrijkste doel van de Pushback Support Tool is om pushback-chauffeurs te ondersteunen bij het veilig en nauwkeurig uitvoeren van hun taken. Dit wordt gezien als een veelbelovende manier om de risico’s tijdens het pushback-proces te verminderen.
43. Meetnetwerk uitstoot ultrafijndeeltjes op Schiphol
Steeds meer maatregelen worden genomen om werknemers op airside te beschermen tegen uitlaatgassen.
Het netwerk om de uitstoot van ultrafijn deeltjes te meten wordt geleidelijk uitgebreid.
44. Verminderen van gebruik van vliegtuig APUs
Steeds meer maatregelen worden genomen om werknemers op airside te beschermen tegen uitlaatgassen van motoren.
Het gebruik van vliegtuig APUs op opstelplaatsen en platformen wordt verminderd.
45. Verminder het gebruik van straalmotoren door vliegtuigen van en naar opstelplaatsen, op platformen en rijbanen
Steeds meer maatregelen worden genomen om werknemers op airside te beschermen tegen uitlaatgassen van motoren.
Aankomende vliegtuigen moeten na de landing zoveel mogelijk motoren uitschakelen tijdens het taxiën naar de opstelplaats;
Vertrekkende vliegtuigen moeten zo weinig mogelijk motoren gebruiken gedurende het taxiën naar de startbaan.
Het verminderd gebruik van vliegtuigmotoren tijdens het taxiën dient alleen te worden uitgevoerd als het in overeenstemming is met de standaard uitvoeringsprocedures van de luchtvaartmaatschappij en de bemanning het veilig acht.
Aankomst teams zullen de opstelplaatsen gereedmaken, zodat aankomende vliegtuigen zonder oponthoud naar hun parkeerplaats kunnen taxiën.
46. Houdt straalstroom van vliegtuigen op zo groot mogelijke afstand van medewerkers, en niet op medewerkers gericht
Steeds meer maatregelen worden genomen om werknemers op airside te beschermen tegen uitlaatgassen van motoren.
Vertrekkende vliegtuigen zullen zo ver weg als mogelijk van opstelplaatsen, platformen en de stationsgebouwen worden geduwd en/of gesleept voordat de motoren worden gestart.
Aankomst teams zullen de opstelplaatsen gereedmaken, zodat aankomende vliegtuigen zonder oponthoud naar hun parkeerplaats kunnen taxiën.
47. 24-uurs stop bars
Een stop bar is een rij rode lampen in het asfalt van een start- of landingsbaan of op een taxibaan bij speciale punten waar vliegtuigen en/of voertuigen moeten stoppen. Het laat piloten en voertuigchauffeurs zien waar ze moeten wachten voordat ze een start- en landingsbaan oversteken of oprijden. Zolang de stop bar aan staat, mogen vliegtuigen en voertuigen niet verder rijden. Indien nodig kan de luchtverkeersleiding de stop bar uitschakelen als het veilig is om door te gaan.
In het concept ’24-uurs stop bars’ worden deze de hele dag en in alle weerscondities gebruikt om de start- en landingsbanen te beschermen. Uit een eerste analyse door Schiphol en haar partners blijkt dat deze maatregel potentieel zeer effectief kan zijn om het risico op ongelukken op start- en landingsbanen te verminderen. Daarom wordt verder onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van deze maatregel.
48. Baandrempel Identificatie Lichten
Baandrempel identificatie lichten zijn speciale lichten die aan het begin van een landingsbaan (de baandrempel) zijn geplaatst om piloten te helpen de start van de landingsbaan duidelijk te zien tijdens de eindnadering, vooral ’s nachts of bij slecht weer. Deze lichten kunnen de zichtbaarheid van de landingsbaan en veiligheid tijdens het naderen en landen verbeteren. Schiphol en haar partners doen momenteel onderzoek naar de haalbaarheid en de voordelen van deze maatregel voor de operatie op Schiphol.
49. Eén baan, één frequentie, één taal
Het concept “One runway, one frequency, one language” betekent dat er één radiofrequentie en één taal (Engels) worden gebruikt voor alle activiteiten rond een start- en landingsbaan. Dit kan de bewustwording vergroten voor iedereen die betrokken is bij operaties op en rond de banen. Het kan de kans op incidenten door misverstanden tussen luchtverkeersleiding, piloten en chauffeurs verkleinen. Weten wat er gebeurt op en rond de baan kan het systeem veiliger maken.
Schiphol en haar partners onderzoeken de voor- en nadelen van het invoeren van dit concept op Schiphol. Een beslissing hierover wordt genomen op basis van de resultaten van dit onderzoek.
50. Weergeven van “STOP” op niet actieve docking systemen
Schiphol en haar partners onderzoeken of ze het woord “STOP” kunnen tonen op niet-actieve docking systemen. Dit geeft piloten een duidelijk signaal wat ze moeten doen als ze aankomen bij een gate waar docken (nog) niet mogelijk is. Dit zal helpen om te voorkomen dat piloten zelf proberen te docken, wat gevaarlijk kan zijn. Hierdoor kan het risico in het dockingproces verminderd worden.
3. Verbeteren van de benaming van de taxibanen
Schiphol en haar partners hebben de naamgeving verbeterd van bepaalde taxibanen. Met herziene namen is de consistentie verbeterd in ons taxibanensysteem. Hierdoor is de kans op fouten en misverstanden door gelijke of verwarrende naamgeving kleiner.
5. Convergent starten en landen
Een doorstart is een standaardprocedure. Wanneer een vliegtuig onverhoopt een doorstart moet maken, kan het in conflict komen met het vertrekkende vliegverkeer als er een convergente baan in gebruik is. Samen met haar partners heeft Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) onderzocht hoe we de veiligheid van deze procedure verder kunnen vergroten. Een van de belangrijkste uitkomsten is timing; met voldoende tijd tussen een landend vliegtuig en een vliegtuig dat opstijgt van een convergente baan kunnen we het risico op een conflict verder verkleinen.
Er is gekozen om timing voor alle convergente baancombinaties in te voeren door middel van gerichte training die aandacht geeft aan zowel preventie als oplossing van een eventueel conflict.
8. Navigatietechnologie
Onder de naam Single European Sky ATM Research (SESAR) verbetert de Europese Unie het gebruik van het Europese luchtruim. Als onderdeel hiervan zijn naderingen op basis van satelliettechnologie (RNAV) op Schiphol geïmplementeerd. Hiermee kunnen vliegtuigen een RNP Approach uitvoeren. Dit is een driedimensionale manier van GPS-navigatie naar een landingsbaan. Sinds 7 november 2019 kan deze RNAV-technologie op vier landingsbanen op Schiphol worden toegepast. Deze navigatietechnologie maakt vliegroutes van naderende vliegtuigen meer voorspelbaar. Hiermee vermindert de kans op veiligheidsincidenten in de lucht. De maatregel wordt in 2024 geëvalueerd.
17. Grondafhandeling tijdens slecht weer
Bij bepaalde weersomstandigheden, zoals onweer en storm, of (zeer) dichte mist, hebben afhandelaren op de grond behoefte aan een eenduidige procedure. Schiphol en haar partners hebben een standaardprocedure ontwikkeld en geïmplementeerd waardoor het werk van grondafhandelaren tijdens slecht weer voorspelbaarder en meer uniform is. Hiermee verkleinen we de kans op veiligheidsincidenten op de grond. De evaluatie van deze maatregel wordt opgestart in 2024.
21. Drie grondverkeersleiders
Afhankelijk van het verkeersaanbod waren er één of twee grondverkeersleiders (ground controllers) in de verkeerstoren op Schiphol-Centrum en in verkeerstoren West bij de Polderbaan (18R/36L) aanwezig. Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft een derde grondverkeersleider toegevoegd aan de crew op verkeerstoren Centrum, die afhankelijk van het verkeersaanbod wordt ingezet. Dit vermindert de werklast van de grondverkeersleiders en reduceert de kans op runway incursions en veiligheidsincidenten op de grond.
De evaluatie van deze maatregel wordt opgestart in 2024.
28. Intersectie N2/E6 richting de Aalsmeerbaan
Vliegtuigen die de route naar het begin van de Aalsmeerbaan (18L) volgen, passeren de intersectie N2/E6. Op dat punt moet het taxiënde verkeer de Buitenveldertbaan (09) oversteken. Schiphol en haar partners hebben een verlichte stopbar aangelegd om te voorkomen dat vliegtuigen die onbedoeld rechts afslaan via de Buitenveldertbaan richting het startende verkeer taxiën. Hiermee verminderen we het risico van runway incursions. De evaluatie van deze maatregel is opgestart.
30. Risico’s van begeleid slepen verminderen
De ISMS-partners hebben gezamenlijk onderzoek gedaan naar een veiligheidsincident in 2018 tussen een gesleept vliegtuig en een marshaller in het veld. Naar aanleiding hiervan hebben Schiphol en partners al enkele maatregelen genomen zoals aanscherping van de procedure om de risico’s van begeleid slepen verder te verlagen. Daarnaast verminderen we de noodzaak om sleepbewegingen te begeleiden. De sleepbevoegdheidstraining is in 2021 herzien en de pushbackchauffeurs hebben de training gevolgd en zijn hierin gekwalificeerd. Ook is de werkinstructie verduidelijkt. Hierdoor neemt het risico op veiligheidsincidenten met begeleide sleepwegingen af.
32. Zuidelijke starts vanaf de Zwanenburgbaan
De ISMS-partners hebben gezamenlijk onderzoek gedaan naar een runway incursion waarbij een vliegtuig toestemming kreeg om de Zwanenburgbaan (18C/36C) op te rijden, terwijl een ander toestel toestemming had om te starten in zuidelijke richting. Uit het onderzoek kwamen verschillende maatregelen om het risico van onjuist oplijnen te verlagen, waaronder het verbeteren van de zichtlijnen vanuit de verkeerstoren. We hebben nader onderzoek gedaan naar de werkwijze en procedures bij het starten vanaf de Zwanenburgbaan in zuidelijke richting (18C). De maatregelen zijn verder uitgewerkt en waar mogelijk ingevoerd.
34. Uitbreiding van het Uniform platform van 9 naar 12 parkeerplekken
Schiphol en haar partners hebben het Uniform platform uitgebreid van 5 naar 9 parkeerplekken. Daar zijn nu nog 3 parkeerplekken bijgekomen voor widebody vliegtuigen. Dit vermindert knelpunten in de toewijzing van parkeerplekken en ontlast de gateplanning, waardoor de kans op veiligheidsincidenten op de grond vermindert. Bovendien kunnen vliegtuigen op de in totaal 12 parkeerplekken ook in onderhoud. Dat betekent dat ze minder vaak de Aalsmeerbaan (18L/36R) oversteken. Hierdoor neemt de kans op runway incursions af.
39. Risicovermindering bij docking van een vliegtuig
De ISMS-partners hebben gezamenlijk onderzoek gedaan naar een sleepincident waarbij een vliegtuig dat voortgetrokken werd door een sleepvoertuig bij het parkeren tegen een passagiersbrug is aangekomen. Naar aanleiding van dit onderzoek voeren we een verbetering door zodat het bij het parkeren van een gesleept vliegtuig makkelijker te zien is waar je precies moet stoppen.
Per mei 2023 zijn de correcte stop posities gepubliceerd in the Airport Community App. In de toekomst gaat deze maatregel nog geëvalueerd worden.
40. License to operate
Schiphol heeft haar partners geconsulteerd om te komen tot een gezamenlijke License to Operate (LTO) voor generieke grondafhandelaren op de luchthaven. In de LTO staan de minimale standaarden ten aanzien van veiligheid, kwaliteit en operatie gedefinieerd. De inhoud is tot stand gekomen in co-creatie met de grondafhandelaren en draagt bij aan de gezamenlijk opgestelde doelen: een veilige en gezonde werkplek voor alle medewerkers, betrouwbare en excellente prestaties en een duurzame operatie. Het resultaat is een gezamenlijk bepaald minimum kwaliteitsniveau, die voor alle grondafhandelaren gelijk is. Vanaf 1 januari 2023 is de LTO in werking getreden. De LTO heeft een update gekregen voor 2024. De eisen zijn verduidelijkt en er is voor gezorgd dat alle eisen meetbaar zijn.
1. Uitbreiding van het Uniform platform van 5 naar 9 parkeerplekken
Schiphol en haar partners hebben het Uniform platform uitgebreid van 5 naar 9 parkeerplekken om meer parkeerplekken te creëren voor widebody vliegtuigen. In de evaluatie is vastgesteld dat als gevolg van deze uitbereiding het aantal sleepbewegingen van en naar Schiphol-Oost is afgenomen, waardoor minder baankruisingen op de Aalsmeerbaan (18L/36R) en de Schiphol-Oostbaan (04/22) plaatsvinden.
2. Coördinatie torenluchtverkeersleider en torenassistent
In de opleiding van luchtverkeersleiders geeft Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) expliciet aandacht aan de coördinatie tussen de luchtverkeersleider in de toren en de torenassistent. Daarnaast wordt in de herhalingstraining nadruk gelegd op coördinatie. Dit vermindert de kans op runway incursions. In de evaluatie is vastgesteld dat deze aanpassingen in de praktijk goed zijn ingevoerd.
6. Vaste aansluiting op het brandstofsysteem
Schiphol en haar partners hebben een vaste aansluiting op het brandstofsysteem op het Delta en Echo buffer gerealiseerd. Hierdoor hoeven tankwagens niet langer naar deze bufferposities te rijden. Op deze manier vermindert de kans op veiligheidsincidenten op de grond. In de evaluatie is vastgesteld dat het systeem in de praktijk goed werkt en altijd in gebruik is. Hierdoor rijden er geen tankwagens meer naar het Delta en Echo buffer.
10. Ophoging van de bovengrens van de TMA
De TMA is het door de luchtverkeersleiding gecontroleerde luchtruim rondom en boven de luchthaven. Met deze maatregel maken we de gewenste vliegprofielen met een standaard werkwijze mogelijk. Daarmee vergroten we de voorspelbaarheid van de vliegroutes van naderende vliegtuigen en verminderen we de complexiteit van het luchtruim.
De evaluatie concludeerde dat de maatregel is geïmplementeerd en de operatie vereenvoudigd, gestandaardiseerd en geformaliseerd is. De verwachte verbeteringen op het gebied van veiligheid zijn gerealiseerd.
11. Online pushback procedure raadplegen
Schiphol en haar partners hebben een website ontwikkeld en online gezet waar de standaardprocedure voor pushback eenvoudig op te raadplegen is. Hierdoor verkleinen we de kans op veiligheidsincidenten tijdens pushbackmanoeuvres. Uit de eerste evaluatie bleek dat er meer uit deze maatregel gehaald zou kunnen worden door voor iedere pushback-chauffeur een apparaatje aan te bieden waarop zij de actuele pushback-procedure kunnen raadplegen. Deze maatregel is nu volledig geïmplementeerd en is inmiddels twee keer geëvalueerd, op basis waarvan verbeteringen zijn voorgesteld en doorgevoerd gaan worden. In de data is een veiligheidsverbetering te zien sinds de implementatie van de website.
13. Digitale strippen
Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft digitale vluchtvoortgangsstrippen voor torenluchtverkeersleiders succesvol geïntroduceerd, waardoor het niet langer nodig is om met papieren strippen te werken. Dit digitale systeem vermindert de werklast voor luchtverkeersleiders. Bovendien is het met deze digitale werkwijze mogelijk om extra veiligheidsvangnetten te creëren. Een evaluatie van deze maatregel heeft vastgesteld dat de digitale strippen goed zijn geïmplementeerd en gebruikt worden.
18. “Baan bezet” strip
Wanneer een start- of landingsbaan bezet wordt door een vogelwacht of een ander voertuig gebruikt Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) nu een ‘baan bezet’ strip. Deze werkwijze gebruiken we zowel in de verkeerstoren op Schiphol-Centrum als in de verkeerstoren West bij de Polderbaan (18R/36L). In de evaluatie is vastgesteld dat de ‘baan bezet’ strip goed functioneert en bijdraagt aan het verminderen van runway incursions.
19. Dubbele belijning naar de Bravo taxibaan
Schiphol en haar partners hebben in het gebied bij de G/H-pier dubbele belijning aangebracht richting taxibaan Bravo. Hierdoor kunnen narrowbody vliegtuigen elkaar veilig passeren tijdens het taxiën van en naar de G/H-pier. Dit maakt dit gebied minder complex en vermindert de kans op veiligheidsincidenten op de grond. De evaluatie heeft uitgewezen dat de dubbele belijning 90% van de tijd wordt gebruikt wanneer dat mogelijk en nuttig is. Dit heeft geleid tot een betere doorstroming op de taxibanen en bij G/H-pier. Hierdoor is de werklast van grondverkeersleiders afgenomen.
20. Dubbele belijning naar de Alfa taxibaan
Schiphol en haar partners hebben in het gebied bij de G/H-pier dubbele belijning aangebracht richting taxibaan Alfa. Hierdoor kunnen narrowbody vliegtuigen elkaar veilig passeren tijdens het taxiën van en naar de G/H-pier. Dit maakt dit gebied minder complex en vermindert de kans op veiligheidsincidenten op de grond. De evaluatie heeft uitgewezen dat de dubbele belijning 90% van de tijd wordt gebruikt wanneer dat mogelijk en nuttig is. Dit heeft geleid tot een betere doorstroming op de taxibanen en bij G/H-pier. Hierdoor is de werklast van grondverkeersleiders afgenomen.
23. Herinrichting werkplekken in de verkeerstoren
Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft de verkeerstoren verbouwd om zo meer en betere werkplekken en werkruimte te realiseren. Hierdoor werken luchtverkeersleiders op werkposities met het meest gunstige zicht op hun controlegebied. Dit vermindert de kans op veiligheidsincidenten in de lucht en op de grond. Er is reeds vastgesteld dat de herinrichting van de verkeerstoren goed is uitgevoerd.
25. Route tussen het Kilo platform en de Schiphol-Oostbaan
Schiphol en Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) hebben een duidelijke verkeersstroom van en naar het Kilo platform op Schiphol-Oost gecreëerd. Door invoering van een eenrichtingsverkeerssysteem is er een veiligere route voor het betreden en verlaten van het Kilo platform. In de evaluatie is vastgesteld dat deze maatregel bijdraagt aan het verminderen van runway incursions op deze locatie.
26. Eenrichtingsverkeer op de Alfa en Bravo taxibanen
Schiphol en Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) hebben van de taxibanen Alfa en Bravo een eenrichtingsverkeerssysteem gemaakt. De rijrichting van taxibaan Alfa is met de klok mee en die van taxibaan Bravo is tegen de klok in. Deze standaardroutes zorgen ervoor dat taxi- en sleepbewegingen beter voorspelbaar zijn. Daarmee vermindert de kans op veiligheidsincidenten op de grond. In de evaluatie is vastgesteld dat de standaardroutes in de regel worden gebruikt, tenzij de verkeerssituatie vraagt om een andere oplossing, bijvoorbeeld bij werkzaamheden. Uit onderzoek is gebleken dat de voorspelbaarheid met de invoering van de standaardroutes is toegenomen.
31. Risico op onjuist opgelijnde starts verminderen
In 2016 startte een Embraer vanaf de rand van de Kaagbaan (06/24). Schiphol heeft direct na dit incident de markering vanaf de taxibaan naar de Kaagbaan aangepast. De middenlijn, die eerst tot de rand van de startbaan liep, loopt nu door tot de middenlijn van de startbaan. Hierover heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in november 2018 een rapport met aanbevelingen gepubliceerd. Naar aanleiding van dit rapport hebben de ISMS-partners de markeringen en belijning aangepast, wat de risico’s van onjuist opgelijnde starts verder vermindert. Deze maatregel is in 2023 geëvalueerd en daarin is geconcludeerd dat de onderliggende acties goed waren geïmplementeerd en effectief waren. Er hebben sindsdien geen vergelijkbare incidenten meer plaatsgevonden.
33. Pushback risico’s verminderen
Op 15 februari en op 9 juli 2019 zijn twee vliegtuigen met elkaar in aanraking gekomen tijdens een pushbackmanoeuvre. De ISMS-partners hebben gezamenlijk onderzoek gedaan naar deze ongevallen. We hebben een taskforce samengesteld die mogelijke maatregelen om dit soort ongevallen te voorkomen verder heeft uitgewerkt. De taskforce heeft vier maatregelen ingevoerd om pushbackongevallen in de toekomst te voorkomen. Dit zijn aanpassing van de procedure van de lange pushback, verantwoordelijkheden van grondverkeersleiders en pushbackchauffeurs en een vast eindpunt bij pushbacks op taxibaan Alpha en voor niet standaard pushbacks. Deze maatregel is in 2024 geëvalueerd en daarin is geconcludeerd dat de onderliggende acties goed waren geïmplementeerd en effectief zijn.
35. Safety net voor starts en landingen op een niet in gebruik zijnde baan
Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft een extra veiligheidsvangnet gecreëerd zodat een luchtverkeersleider een digitale waarschuwing krijgt als hij of zij een baan wil inzetten die buiten gebruik is. Als de luchtverkeersleider dan alsnog toestemming geeft om op te lijnen of te landen op die baan, dan volgt er een extra waarschuwing. Hiermee voorkomen we dat vliegtuigen opstijgen of landen op een baan die buiten gebruik is. Deze maatregel is in 2023 geëvalueerd en daarin werd geconcludeerd dat het goed was geïmplementeerd en effectief was.
37. Poging tot opstijgen vanaf taxibaan
Op 6 september 2019 is een vliegtuig bijna gestart vanaf een taxibaan in plaats van de Zwanenburgbaan. Dit incident hebben de ISMS-partners gezamenlijk onderzocht. Enkele maatregelen om herhaling te voorkomen zijn meteen ingevoerd. Zo is de standaard taxiroute in het donker aangepast en is de locatie gemarkeerd als hotspot, waarmee we piloten en luchtverkeersleiders vragen extra alert te zijn. Daarnaast is ook de markering richting de startbaan verduidelijkt en is nieuwe baanverlichting bij toeritten naar een startbaan, zogenoemde Runway Guard Lights geïmplementeerd. Tenslotte is dit nog extra onder de aandacht gebracht bij piloten en grondverkeersleiders door een gerichte campagne.
In 2023 werd deze maatregel geëvalueerd, waaruit bleek dat alle onderliggende acties correct waren geïmplementeerd en effectief waren. Er hebben sindsdien geen vergelijkbare incidenten meer plaatsgevonden.